,

Toen jij nog was

Gister, nee daarvoor nog

Toen jij nog was
en ik ook

 

Dit werk is een weefwerk waarin tekst vervaagd. Van dichtbij zijn de woorden nauwelijks leesbaar, maar neem een stap terug en de tekst verschijnt. Een onaffe zin die vragen oproept over een tijd dat de ander nog was. Wat is er gebeurd? Een aanzet tot een verhaal of slechts een losse gedachte. De losse draden onderaan het werk versterken de onzekerheid van het moment. Rafelen de draden af of is het een mogelijkheid om door te weven?